In ‘Praktische opvoedtip bij boosheid, ruzies, angst en beperkte weerbaarheid’ lees je hoe waardevol het is voor je kind om al van jongs af aan zelfredzaamheid te kunnen ontwikkelen. Ik heb uitgelegd dat verdragen van je eigen ongemak en vertragen van je handelen voorwaardelijk is om je kind in dit proces te laten groeien.

Maar je kunt nog meer betekenen voor je kind. Zo kun je bijvoorbeeld bewuster worden van je eigen overtuigingen en je taalgebruik. En je kunt samen met je opvoedpartner onderzoeken wat voor jullie de meest belangrijke opvoednormen zijn.

Om met die laatste te beginnen. Verken samen met je opvoedpartner eens wat voor jullie de top 3 aan opvoednormen zijn, die jullie je kind mee willen geven. Wat heb je hiervan onbewust meegenomen uit je eigen jeugd en wat wil je juist bewust anders doen? En hoe vertaalt zich dat precies naar de praktijk? Wil je bijvoorbeeld meegeven dat opruimen rust, structuur en overzicht biedt of wil je juist creativiteit laten ontstaan uit geordende chaos? Wil je fouten leren voorkomen of wil je vergissingen leren oplossen? En wat verstaan jullie beiden precies onder beleefdheidsvormen, om maar iets te noemen?

Een prioriteit aan belangrijke normen, biedt kansen om jezelf wat meer vrijheid te geven bij het nastreven van overige opvoeddoelen. Je kunt tenslotte niet overal in uitblinken en het geeft rust als helder is waar voor jullie de speerpunten liggen.

Zodra je meer zicht hebt op wat voor jou echt belangrijk is, wordt je je vaak al direct bewuster van de overtuigingen die eraan ten grondslag liggen. Overtuigingen zijn gedachtenpatronen, die voor jou zo gewoon zijn dat ze een absolute waarheid voor je zijn. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat een ander er anders over kan denken. En dat is precies waar de schoen wringt. Want per definitie bestaat er niet één enkele waarheid.

Laten we even inzoomen op mogelijke overtuigingen in relatie tot zelfredzaamheid. Welke herken jij van jezelf?

  • Gemak verkiezen boven het leerproces van je kind: ‘Ik doe het wel even, want dan kunnen we snel naar school.’
  • Leeftijd boven persoonlijke persoonlijke groei stellen: ‘Je bent pas vier, dus jij kan dat nog niet.’
  • Vooral genieten van één leeftijdsfase: Ík vind die kleuterleeftijd zo heerlijk!’

Vanuit dergelijke overtuigingen, kun je zonder dat je je er bewust van bent, je kind kleiner en afhankelijker houden dan je eigenlijk wilt. Check bij jezelf hoe vaak je minachting of betutteling uit als je met je kind spreekt. Het ligt zomaar verscholen in gangbare uitspraken als ‘Dat kun je niet weten, je was pas twee!’ Of ‘Laat mij maar even.’

Ook goed bedoeld “weten” wat de ander wil of denkt (Ík ken je langer dan vandaag!’), kan je kind onbedoeld belemmeren in zelfontplooiing. Stel nieuwsgierige, open vragen en daag je kind uit zelf te formuleren wat het wil, denkt of juist niet wil. Het levert je een waardevol inkijkje in de hersenpan van je kind!

Tot slot is beschermen eigenlijk hetzelfde als je kind leerzame ervaringen onthouden. Als ouder ben je natuurlijk verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van je kind. Dat maakt dat sommige basisregels te allen tijden moeten worden nageleefd. Je kind moet (gezond) eten, voldoende drinken, etc etc. Binnen de kaders van veiligheid en gezondheid is er nog altijd een groot aantal mogelijkheden om onaangename of pijnlijke, maar o zo leerzame ervaringen op te doen. Zo kun je altijd proberen te voorkomen dat je kind valt. Maar als je kind een “veilige” val kan maken, waarbij de schade beperkt blijft tot bijvoorbeeld een schaafwond, dan is het leereffect onomkeerbaar en van onschatbare waarde. Je kind heeft aan den lijve het gevolg van zijn daden ondervonden en het lichaam onthoudt de emotie die hiermee gemoeid was. Als zich dan later een situatie voordoet waardoor deze emotie getriggerd wordt, dan zorgt het lichaam voor een waarschuwing, waardoor het gedrag aangepast wordt. Het kind heeft geleerd van de eerdere ervaring. Het met de beste bedoelingen onthouden van dergelijke onaangename leerervaringen, ligt op veelerlei gebieden op de loer, bijvoorbeeld ‘Eet dat maar niet, dat lust jij niet.’

Kijkend vanuit dit perspectief naar de verbale interactie tussen jou en je kind, herken je misschien al meteen een eenvoudig aanknopingspunt om het vanaf morgen anders te gaan doen. Om je kind, vanuit jouw veilige basis als troostende ouder, vervelende of pijnlijke leerervaringen op te laten doen en zo zijn of haar zelfredzaamheid met sprongen vooruit te laten gaan!